Lokale autonomie prefeeert bij aanstelling secretaris of financieel beheerder bij inkanteling ocmw in de gemeente

Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat de titularis van het ambt van secretaris of financieel beheerder die in het kader van de inkanteling van het OCMW in de gemeente niet wordt aangesteld als algemeen respectievelijk financieel directeur, zich niet kan beroepen op de schending van de artikelen 10, 11, 23 in samenhang met artikel 162 Grondwet doordat de gemeente de keuzevrijheid wordt gelaten om de functiehouder aan te stellen in de functie van adjunct-algemeen directeur respectievelijk financieel directeur dan wel in en passende functie van niveau A zonder daarbij criteria vast te stellen op basis waarvan de keuze wordt gemaakt.

De toekenning aan de gemeenten van de bevoegdheid om te bepalen in welke functie de betrokken moet worden aangesteld, wordt verantwoord door het beginsel van de lokale autonomie. Het feit dat de decreetgever niet op een uniforme wijze heeft bepaald in welke functie een gewezen financieel beheerder kan worden aangesteld, is een gevolg van het feit dat hij het aan de gemeente zelf wenste over te laten, om naar gelang de noden van de gemeente en als onderdeel van het beginsel van de lokale autonomie, te bepalen in welke functie de betrokkene het best wordt aangesteld.

Voor de uitspraak van het Grondwettelijk Hof:  zie 2023-055n: https://www.const-court.be/nl/

Bron: Tom de Sutter op Linkedin23 maart 2023